Gadisa kreeg zijn land van zijn vader, die nu 80 jaar oud is. ‘Hij heeft dit land geërfd. Voordat ik mijn eigen land had, werkte ik als arbeider op het land van andere boeren’, zegt hij.
Gadisa verbouwt graan op zijn land. ‘We kunnen ook iets anders planten, maar dan hebben we compost en meststoffen nodig en die zijn moeilijk te krijgen. We gebruiken het graan voor huishoudelijke consumptie, maar als het een goed seizoen is en ik meer oogst dan we nodig hebben voor onze familie, verkoop ik dat. Dit gebeurt niet vaak en soms hebben we niet eens genoeg om de familie te voeden. In dat geval krijgen we voedselhulp van de overheid.’
De oogst deelt Gadisa met zijn ouders. ’Zij krijgen 50 procent van de opbrengst. Mijn vrouw maakt en verkoopt (lokale) drankjes. De inkomsten die ze daarvan heeft, zijn voldoende om alle huishoudelijke uitgaven te dekken. Als ik niet op mijn land ben, werk ik als arbeider op de boerderijen van andere mensen.’
Moeilijke tijden
Twee jaar geleden belandde het gezin in een crisis. ‘Er viel er niet genoeg regen tijdens het regenseizoen, dus we hadden niet genoeg productie. Ik moest mijn ossen en kalveren verkopen om voedsel te kunnen kopen. Dat waren moeilijke tijden. We kregen voedselhulp van de overheid. Vorig jaar was de productie echter goed, dus de voedselhulp stopte.’
Verhuizen was echter geen optie voor het gezin ‘Ik denk er nooit aan om naar een andere plaats te verhuizen, want ik denk dat het beter is om hier te blijven en de situatie onder ogen te zien.’ Dat betekent elke dat vroeg uit de veren om het vee te voeren en tot 18.00 uur op het land te werken. ‘Meestal werk ik alleen, maar soms helpt mijn neefje me hier. Tijdens het groeiseizoen werk ik als arbeider en ga ik niet naar mijn land.’
Afhankelijk van regen
Gadiso heeft weinig profijt van de Awashrivier. ‘Als je geld hebt, kun je land kopen in de buurt van het kanaal en is je productie goed. Het land dat ik heb, ligt ver van de rivier, ongeveer 5 kilometer. Dat is te ver om het water van de rivier te kunnen gebruiken om ons land te irrigeren. Dit betekent dat we geen voordeel hebben van de Awashrivier en afhankelijk zijn van de regen. Daarom ben ik hier graan aan het kweken.’
De rivier gebruikt de familie om kleren te wassen en het vee te laten drinken. ‘Vroeger zouden we ook uit het water van de rivier drinken, maar nu drinken we al 6 jaar leidingwater, 4 jerrycans per dag, dat door de overheid wordt geleverd. Als de pijp kapot is of er komt geen water uit, dan gebruiken we het water uit de rivier nog steeds. Soms kan het een maand duren voordat de overheid de leidingen heeft gerepareerd, dan hebben we wekenlang geen water en elektriciteit.’
De belangrijkste uitdaging voor Gadiso is om water naar zijn land te brengen, maar dat zou erg duur zijn. Aan de andere kant zou het heel goed zijn voor mijn land om hier een kanaal te hebben, want dan kan ik heel productief zijn. En ik wil graag mijn ouders blijven helpen, omdat ze niet werken.’